Ali Aarrass : un citoyen « belge ».
Ce 2 juin, un Belge de 47 ans, ancien libraire de la chaussée de Gand à Bruxelles, va être traîné devant une juridiction spéciale au Maroc.
Traîné. Car il a été torturé, pendant douze jours : violé au moyen d’un bâton et de bouteilles ; frappé sur tout le corps (ses jambes avaient changé de couleur ; il a perdu l’usage d’une oreille) ; il a reçu des injections de produits chimiques ; il a eu la plante des pieds frappée, jusqu’à faire éclater la peau ; des décharges électriques sur les parties génitales.
Cet homme, c’est Ali Aarrass.
Ali a passé son enfance en Belgique. Il y a étudié, y a fait son service militaire et y a travaillé la plus grande partie de sa vie. En 2005, Ali est parti pour la ville espagnole de Melilla, au nord du Maroc, avec son épouse et sa petite fille, pour y vivre avec son vieux père.
En 2008, la police espagnole l’arrête, à la demande des autorités marocaines : il est soupçonné d’avoir participé à l’organisation des attentats de Casablanca, en 2003.
Mais l’instruction du juge Baltasar Garzón démontre que le dossier est vide : quelqu’un, incarcéré au Maroc, a donné son nom, sous la torture ; cette personne s’est depuis lors rétractée ; on lui aurait suggéré le nom d’Ali Aarrass, qu’elle n’a en réalité jamais rencontré.
Et pourtant, Ali est extradé au Maroc, le 14 décembre 2010.
Le Comité des Droits de l’Homme de l’ONU s’y était opposé : au Maroc, le gouvernement s’est lancé dans une chasse à l’homme effarante et, sur de simples soupçons, plus de 1500 personnes ont déjà été arrêtées. La plupart ont été torturées.
À cette situation effroyable, se sont ajoutés l’ignominie et le dégoût : les autorités belges n’ont pas même levé le petit doigt pour secourir notre compatriote. Le ministère des Affaires étrangères s’est refusé à « s’ingérer dans les affaires marocaines »…
Ali et moi sommes concitoyens. Nous appartenons tous les deux à la même communauté.
Lorsque j’étais en poste au Congo, durant la guerre civile, j’ai été arrêté. Les services secrets s’apprêtaient à m’interroger à coups de chicotte, lorsqu’est arrivé le Consul de Belgique, qui m’a sorti de mon cachot. Était-ce parce que je m’appelle Pierre ? Les choses auraient-elles tourné autrement si mon prénom avait été Ali ?
Ainsi, il semble que notre gouvernement, qui est sensé nous protéger et nous défendre, Ali et moi (et nous tous), estime qu’Ali peut bien être torturé.
Quand le gouvernement, à qui nous avons confié le pouvoir, se discrédite de la sorte, il est du devoir des citoyens de lui reprendre ce pouvoir et de l’exercer eux-mêmes. Par leurs cris. Le cri de l’opinion publique! Nous allons donc crier ; nous allons brailler aux oreilles de ces ministres indignes ; et nous allons les obliger à intervenir.
Qui aurait si peu d’amour propre pour rester silencieux ? Qui ne prendrait pas quelques minutes de son temps, pour écrire une lettre, un e-mail, à son député, à son bourgmestre, à un ministre, au Roi ? Pour que ces gens-là, qui ont abandonné notre concitoyen, enfin, agissent, et rougissent de honte ? Pour protéger Ali.
Quand cela sera fait (car c’est le plus urgent), alors, nous demanderons des comptes à nos irresponsables politiques. Car il serait impensable que, en 2011, dans le Royaume de Belgique, ces gens-là s’en tirent sans sanction.
Pierre PICCININ
http://pierre.piccinin-publications.over-blog.com
Adresse du Ministre des Affaires étrangères (Belgique) :
http://www.belgium.be/fr/la_belgique/pouvoirs_publics/autorites_federales/gouvernement_federal/composition_gouvernement/index_steven_vanackere.jsp
Monsieur le Ministre Steven VANACKERE
Rue des Petits Carmes, 15,
B-1000 BRUXELLES
Courriel : steven.vanackere@diplobel.fed.be
(Nederlands)
Ali Aarrass : een « Belgisch » staatsburger
Op 2 juni wordt een 47-jarige Belg, vroeger boekhandelaar aan de Gentsesteenweg in Brussel, voor een speciale rechtbank gesleept in Marokko.
Gesleept. Want twaalf dagen lang werd hij gefolterd: verkracht met een stok en flessen, geslagen over heel het lichaam (zijn benen zijn van kleur veranderd, hij is aan één kant doof geworden), hij kreeg chemische producten ingespoten, hij kreeg slagen op de voetpalmen tot de huid barstte, hij kreeg elektrische schokken op zijn genitaliën.
Ali Aarrass heet deze man.
Ali groeide op in België, studeerde hier, deed zijn militaire dienst en werkte hier het grootste deel van zijn leven. In 2005 trekt Ali met zijn vrouw en zijn dochtertje naar de Spaanse stad Melilla in het noorden van Marokko, om er bij zijn bejaarde vader te gaan wonen.
In 2008 arresteert de Spaanse politie hem, op vraag van de Marokkaanse overheid, op verdenking van deelname aan de organisatie van aanslagen in Casablanca, in 2003.
Maar het onderzoek van rechter Baltasar Garzón toont aan dat het dossier leeg is: iemand die in Marokko in de gevangenis zit, heeft zijn naam gelost, onder foltering; die persoon heeft die beschuldiging ondertussen ingetrokken, de naam van Ali Aarrass zou hem zijn ingefluisterd, terwijl ze elkaar in werkelijkheid nooit hebben ontmoet.
Toch wordt Ali aan Marokko uitgeleverd, op 14 december 2010.
Het Comité voor de Rechten van de Mens van de UNO verzet zich hiertegen: de Marokkaanse overheid is een ongelofelijke klopjacht begonnen, al 1.500 mensen zijn opgepakt op simpele verdenking. De meesten ondergingen folteringen.
Deze afschuwelijke situatie wekt ook de hoogste verontwaardiging en afkeer: de Belgische overheid heeft niéts gedaan om onze landgenoot ter hulp te komen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken «had vertrouwen in de Spaanse regering» en weigerde «zich te mengen in Marokkaanse aangelegenheden»…
Ali en ik zijn landgenoten. Wij behoren allebei tot dezelfde gemeenschap.
Toen ik dienst deed in Congo, tijdens de burgeroorlog, werd ik gearresteerd. De geheime diensten wilden me ondervragen met zweepslagen toen de Belgische consul arriveerde en me uit het cachot liet halen. Omdat ik Pierre heette? Zouden de dingen anders zijn gelopen als mijn voornaam Ali was geweest?
Het lijkt er op dat onze regering, die geacht wordt zowel Ali als mij (en iedereen van ons) te beschermen en te verdedigen, het OK vindt dat Ali gefolterd wordt. Als de regering, die wij de macht hebben toevertrouwd, zich op deze manier discrediteert, is het de taak van de burgers haar die macht af te nemen en die zelf uit te oefenen. Met hun geschreeuw. Het geschreeuw van de publieke opinie! Dus gaan we schreeuwen, in de oren van deze onwaardige ministers, en hen verplichten tussen beide te komen.
Wie heeft er zo weinig zelfwaardering dat hij blijft zwijgen? Wie wil er niet een paar minuten van zijn tijd nemen om een brief of een e-mail te sturen naar zijn volksvertegenwoordiger, zijn burgemeester, een minister, de koning? Om die mensen, die onze landgenoot in de steek hebben gelaten, te verplichten eindelijk in actie te schieten, het schaamrood op de wangen? Om Ali te beschermen.
Als dat gebeurd is (want dat is het meest dringende), dan zullen we onze politieke onverantwoordelijken ter verantwoording roepen. Want , in het Koninkrijk België, anno 2011, is het ondenkbaar dat zo’n mensen hier zomaar ongestraft mee wegkomen.
Pierre PICCININ
Professor geschiedenis en politieke wetenschappen
(English)
Ali Aarrass: a « Belgian » citizen.
This 2nd June, a 47 year old Belgian, once bookstore owner on Brussels’ Chaussée de Gand, is to be dragged in front of a special tribunal in Morocco.
Dragged. He has been tortured, for 12 days: raped with sticks and bottles ; beaten all over his body (his legs had changed colour ; he is deaf in one ear) ; he was injected with chemical liquids ; the flat of his feet beaten, so that the skin split open ; electrical charges on his genitals.
This man is Ali Aarrass.
Ali spent his childhood in Belgium. He studied there, did his military service and worked there for most of his life. In 2005, Ali left for the Spanish city of Melilla, north of Morocco, with his wife and young daughter, to live with his ageing father.
In 2008, the Spanish police arrested him, on behalf of the Moroccan authorities: he is suspected of participating in the organization behind the Casablanca bombings back in 2003.
However, Judge Balthazar Garzon’s instruction proved that the case was empty: someone incarcerated in Morocco, gave this name, under torture; this person has since retracted himself; he would have been suggested the name Ali Aarrass, a person whom he had in reality never met.
Yet, Ali is extradited to Morocco, the 14 December 2010.
The UN’s Human Rights committee opposed this move: in Morocco, the government has thrown itself into a terrifying man hunt and, on a hunch; more than 1500 people have already been arrested. A majority have been tortured.
This dreadful situation was met with disgust and ignominy: the Belgian authorities did not move an inch to help our compatriot. The minister for foreign affairs refused to “get involved in Moroccan state security”…
Ali and I are fellow citizens. We both belong to the same community.
When I was posted in Congo, during the civil war, I was arrested. The secret services were ready to interrogate me with the use of a sjambok, when the Belgian Consul arrived, releasing me from my cell. Was it because I am called Pierre? Would things have turned out differently had my name been Ali?
So it seems that our government, who is supposed to protect and to defend us, Ali and myself (and all of us), believes that Ali can be tortured.
When the government, to whom we entrusted state power, discredits itself like this, it is the duty of its citizens to seize back this power and exerce it themselves. In an outcry. The outcry of public opinion! We will cause an outcry, we are going to scream into the ears of those cowardly ministers; and we are going to force them into intervening.
Who would be so cold as to remain silent? Who would not take a few precious minutes of their time to write a letter, an email, to their deputy, to their mayor, to a minister, to the King? To all those who, abandoned our fellow citizen, might finally act and turn red with shame. To protect Ali.
When this is done (as it is an urgent matter), then, we will demand answers from our unworthy politicians. It is unthinkable that, in 2011, in the Kingdom of Belgium, those people escape unscathed.
Pierre PICCININ
http://pierre.piccinin-publications.over-blog.com
(Italiano)
Ali Aarrass: un cittadino “belga”.
Questo 2 giugno, un belga di 47 anni, chi fu libraio nella chaussée de Gand a Bruxelles, sarà trascinato davanti ad una giurisdizione speciale in Marocco.
Trascinato. Perchè è stato torturato, durante dodici giorni : violentato tramite bastone e bottiglia ; picchiato in ogni punto del corpo (les sue gambe hanno cambiato colore ; ha perso l’uso di un orecchio); gli hanno iniettato delle sostanze chimiche ; gli hanno picchiato la pianta dei piedi, fino a frantumarne la pelle ; scariche elettriche nelle parti genitali.
Quest’uomo, è Ali Aarrass.
Ali ha trascorso la sua infanzia in Belgio. Ha studiato, ha fatto il suo servizio militare e ha lavorato per la maggior parte della sua vita in Belgio. Nel 2005, Ali è partito verso la città spagnola di Melilla, al nord del Marocco, con sua moglie e la sua bambina, per viverci con il suo vecchio babbo.
Nel 2008, la polizia spagnola lo ferma, su richiesta delle autorità marocchine : è sospettato di aver preso parte all’organizzazione degli attentati a Casablanca, nel 2003.
Ma l’istruzione del giudice Baltasar Garzón dimostra che il dossier è vuoto : qualcuno, dietro le sbarre in Marocco, ha spifferato il suo nome, sotto tortura ; questa persona da quel giorno si è smentita ; gli avrebbero suggerito il nome di Ali Aarras, che non ha in realtà mai incontrato.
Pertanto, Ali è estradato in Marocco, il 14 dicembre 2010.
Il Comitato dei Diritti Umani dell’ONU si era opposto : in Marocco, il governo ha lanciato una caccia all’uomo inaudita e, su dei semplici sospetti, più di 1500 persone sono già state arrestate. La maggior parte è stata torturata.
A questa situazione raccapricciante, si sono aggiunte l’ignominia e il disgusto : le autorità belghe non hanno nemmeno alzato il mignolo per soccorrere il nostro compatriota. Il ministero degli Affari Esteri « dava fiducia al governo spagnolo » e si è rifiutato « di intromettersi nelle questioni marocchine »…
Ali ed io siamo concittadini. Apparteniamo entrambi alla stessa comunità. Non lo abbandonero’a questa disperazione.
Quando ero distaccato in Congo, durante la guerra civile, sono stato arrestato. I servizi segreti si apprestavano ad interrogarmi a colpi di frusta, ma arrivò il Console del Belgio, che mi ha fatto uscire dalla cella. E’accaduto forse perche’mi chiamo Pierre ? Le cose sarebbero andate diversamente se mi fossi chiamato Ali ?
In tale modo, il nostro governo, che è sensato proteggerci e difenderci, Ali ed io (e tutti noi), giudica che Ali può essere torturato.
Agirò di conseguenza, con coloro tra cui i miei concittadini che non si mostreranno indifferenti e rifiuteranno, sapendo ciò che accade, di essere complici.
Quando il governo, a cui abbiamo conferito il potere, si discredita in tale modo, e nel dovere dei cittadini di riprendergli questo potere e di esercitarlo loro stessi. Con le loro grida. Le urla dell’opinione pubblica ! Quindi, mettiamoci a strillare ; a squarciagola alle orecchie di questi ministri indegni ; e li obbligheremo ad intervenire.
Chi avrebbe cosi poco amor proprio per rimanere in silenzio ? Chi non prenderebbe qualche minuto del suo tempo, per scrivere una lettera, al suo deputato, al suo sindaco, a un ministro, al Re ? Affinchè queste persone, che hanno abbandonato il nostro concittadino, infine, agiscano, e arrossino di vergogna ? Per proteggere Ali.
Quando ciò avverrà (poichè è il più urgente), allora, chiederemo dei conti ai nostri responsabili politici. Poichè sarebbe impensabile che, nel 2011, nel Regno del Belgio, bastardi simili la facciano franca.
Pierre PICCININ
http://pierre.piccinin-publications.over-blog.com
(espagnol)
Ali Aarras: un ciudadano “belga”
Este 2 de junio, un belga de 47 años, antes librero de la chaussée de Gand en Bruxelles, va a ser arrastrado ante una jurisdicción especial en Marruecos.
Arrastrado. Pues fue torturado, durante doce días : violado con un palo y botellas ; golpeado en todo el cuerpo (sus piernas han cambiado de color; ha perdido un oído) ; le han inyectado productos químicos ; le han golpeado en las plantas de los pies, hasta hacerle estallar la piel; descargas eléctricas en los genitales.
Este hombre es Ali Aarrass.
Ali pasó su infancia en Bélgica. Estudió, hizo el servicio militar y trabajó la mayor parte de su vida. En 2005, Ali se marchó a la ciudad española de Melilla, en el norte de Africa con su esposa y su hija, para vivir allí con su anciano padre.
En 2008, la policía española lo detuvo, a petición de las autoridades marroquíes : era sospechoso de haber participado en la organización de los atentados de Casablanca, en 2003.
Pero la instrucción del juez Baltasar Garzón demostró que el sumario estaba vacío : alguien encarcelado en Marruecos, dio su nombre bajo tortura ; esta persona se retractó después ; le habían sugerido el nombre de Ali Aarrass, aunque en realidad nunca lo había visto.
Y sin embargo, Ali fue extraditado a Marruecos, el 14 diciembre de 2010.
El Comité de Derechos Humanos de la ONU se opuso: en Marruecos, el gobierno se lanzó a una indignante caza del hombre y, bajo simples sospechas, más de 1500 personas han sido ya detenidas. La mayor parte han sido torturadas.
A esta terrible situación, se han añadido la ignominia y el disgusto : las autoridades belgas no han hecho nada para socorrer a nuestro compatriota. El ministro de Asuntos exteriores rehusó « inmiscuirse en los asuntos marroquíes »…
Ali y yo somos ciudadanos. Pertenecemos los dos a la misma comunidad.
Cuando trabajaba en el Congo, durante la guerra civil, fui detenido. Los servicios secretos iba a interrogarme a golpe de cachiporra, cuando se produjo la llegada del Cónsul de Bélgica, el cual me sacó de mi agujero en la cárcel. ¿Es porque me llamo Pierre? ¿Las cosas habrían sido distintas si mi nombre de pila hubiera sido Ali?
Así parece que el gobierno que tiene que protegernos y defendernos, a Ali y a mí (y a todos nosotros), estima que Ali puede ser torturado.
Cuando el gobierno al que hemos confiado el poder, se desacredita de tal manera, los ciudadanos tienen el deber de retomar el poder y ejercerlo ellos mismos. Con sus voces. La voz de la opinión pública. Vamos a gritar ; ensordeceremos a gritos los oídos de esos ministros indignos ; les vamos a obligar a intervenir.
¿Quién tiene tan poco amor propio para permanecer en silencio? ¿Quién no tendrá algunos minutos de su tiempo para escribir una carta, un e-mail, a su diputado, a su alcalde, a un ministro, al Rey? ¿Por qué esas personas, que han abandonado a nuestro conciudadano, no reaccionan por fin y enrojecen de vergüenza? Hay que proteger a Ali.
Después de haber hecho eso (es lo más urgente), pediremos cuentas a nuestros irresponsables políticos. Porque es inadmisible que en 2011, en el Reino de Bélgica, esos sinvergüenzas no sean sancionados.
Pierre PICCININ
http://pierre.piccinin-publications.over-blog.com